Stadsduiken en dorpsflaneren – column Vergeten Sociologie verschenen in: SociologieMagazine /Juni 2012. p.9.
De hoofdpersonen in ‘Het geheugen van de stad’ nemen een duik in de stad Rotterdam. Wat niet eenvoudig is, want ze oefenden het zwemmen in het dorp dat ze verlieten. Met hun stadsduik versnelden de migranten als het ware hun sociale tijd. Niet hun hele vroegere dorp hoefde te emanciperen, nee, zij zouden alvast vooruit emanciperen. Een soort frontburgers, een kopgroep voor het wielerpeloton uit.
In de kopgroep zitten tien Rotterdammers afkomstig uit Marokko, Turkije, China, Kaapverdië, Suriname, Bosnië en Zeeland. Van 2000 tot 2010 waren ze te zien in de tentoonstelling ‘Rotterdammers’ in het Wereldmuseum. De essayist en programmamaker Anil Ramdas (1958-2012), van oorsprong sociaal-geograaf, vanaf 1977 migrant uit Suriname en later India-correspondent, ‘dwaalde en verdwaalde’ negen maanden lang in wijken en buurten waar hij ‘nooit uit vrije wil zou zijn beland’. Ramdas schreef de – wat een luxe – lange portretten.
Graag had hij het willen hebben over de aankomst, maar de emigranten wilden praten over hun vertrek. Daardoor gaat dit stadsboek vaak over het platteland. En in het begin over het ideale platteland. Gisela, afkomstig van Curaçao, zat als kind veel in de flamboyantboom op het het erf voor het huis. Bij voorkeur met een transistorradio of een geschiedenisboek. Voor de Marokkaanse Samira was het dorp een uitgebreide familie. ‘Je kan bij iedereen binnenlopen, bij iedereen blijven eten, want iedereen is oom of tante en kent jou.’
Dwars door de verhalen heen, hoor je de soepele taal van Ramdas. Als iemand vertrekt en het afscheid moeilijk valt, schrijft hij; ‘Maar de vrees werd getemperd door het verdriet.’ Die mooie schrijfstijl zou ik zo willen stelen. In ‘De papegaai, de stier en de klimmende bougainvillea’ (2000) schreef hij over nostalgie als een logische migrantenafwijking. De migrant heeft zich de waarden van de moderne samenleving eigen gemaakt en kijkt terug naar een verleden dat definitief voorbij is. Een typische moderniserings’fobie’; nostalgie is ook de buik vol hebben van snelle veranderingen, van onzekerheid. Ook de blijvers met hun onderbuikgevoel, van Zandvoort tot Limburg, lijden onder nostalgie.
Voor de Nieuwe Rotterdammers was ‘Rotterdam geen stad, maar een idee. Een idee van vrijheid. Van zelfstandigheid en individualiteit.’ De aankomst werd als bevrijding ervaren, aldus Ramdas. Wat overheerste was ‘de zucht om het leven in eigen hand te nemen.’ Ze vluchtten voor de knellende traditie, het gebrek aan zelfontplooiingskansen. Die universele levensmotieven, door hun wereldwijde verbondenheid, vond Anil Ramdas een prettige gewaarwording.
Hij had vast stevig geschreven over Kony en Oeganda. De korte film over warlord Kony ging in maart 2012 viraal over de webwereld. Binnen tien dagen meer dan 100 miljoen clicks op YouTube. Okee, het was wat laat, Kony is daar niet meer en het land heeft andere urgente problemen. Om niet te spreken van Syrië. Maar de aandacht voor Afrika was er wel. De kindersoldaten in Oeganda als mede-wereldburgers. In één visuele ademteug uitgeademd met het kind van de Amerikaanse filmmaker. Kony en het Oegandese kind flaneerden door de global village, het werelddorp. Let wel: wereld-Dorp dus, en niet wereld-Stad.
Ramdas, Anil, Het geheugen van de stad – verhalen – Uitgeverij Balans. Wereldmuseum Rotterdam. 2000.
‘Vergeten sociologie’ bespreekt onbekendere boeken van Nederlandse sociaal-wetenschappers en is geïnspireerd op de columns van de Poolse schrijfster Wislawa Szymborska, verzameld in Onverplichte lectuur.