Daklozen zoeken geen woning, maar een levensoplossing. Dat is de filosofie van het diakonisch werk in Freistatt, een dorpje in Duitsland waar daklozen worden uitgenodigd om bij te tanken. De poster* verleidt de dakloze reiziger tot vakantie van de straat: ‘Even uitrusten van de stad, in een dorp met 800 inwoners waar u geaccepteerd wordt zoals u bent.’

Airbnb zou het nu een ‘aanbevolen bestemming met unieke woningen en ervaringen’ noemen.

*Dit artikel is onder de titel ‘Daklozen zoeken geen huis’ verschenen in het magazine: HN (Hervormd Nederland), 13 april 2002, p.12-13.  Een flinke dosis marketing en kwaliteitsbewaking was de instelling Freistatt begin 21ste eeuw niet vreemd; lees mee over een bijzonder interessante mix van sociale zorg met marktdenken.

Hotelkamergasten

Op het salontafeltje staan een shampooflesje, een zeepje, plastic scheermesjes en een doosje schoenpoets. De kamer is eenvoudig en schoon, met bed, tafel, wastafel, koelkast en televisie. Gelijk een hotelkamer en het is er een komen en gaan van gasten in de 256 kamers. Met dit verschil dat de gasten in Freistatt minder gewoon zijn. Het zijn daklozen die een voor hen ongewone behandeling ten deel valt. Zij hoeven niet in de rij te staan voor een bed in de slaapzaal van de nachtopvang. In Freistatt, een dorpje tussen Bremen en Osnabrück, krijgen zij een eenpersoonskamer met een eigen sleutel en bij aankomst een attentie in de vorm van een pakje shag.

Vroeger draaide alles om regels en inperkingen’, aldus Klaus Schneider, manager in dienst van de diakonie Freistatt. ‘Dat is de makkelijke weg. Nu willen we de daklozen niet meer opsluiten. Ze moeten zelf besluiten welke weg ze bewandelen.’ Schneider representeert de moderne, klantgerichte en betrokken bedrijfsvoering in de sociale sector. Met professionele marketing, kwaliteitsbewaking en klanten. ‘Freistatt biedt de beste kwaliteit, zo blijkt uit enquêtes’, vertelt hij niet zonder trots. Hij zit aan een vergadertafel, met voor zich het relatiegeschenk van dit jaar, een grote kalender met foto’s van daklozen. De glossy folders die hij op tafel legt zijn voorzien van zijn visitekaartje. En passant legt hij het jubileumboek over honderd jaar Freistatt op tafel.

Gemeinschaft verwirklichen: „Unsere Vision ist das selbstverständliche Zusammenleben, das gemeinsame Lernen und Arbeiten aller Menschen in ihrer Verschiedenheit.“ Bethel-Vorstand

 

Eind negentiende eeuw kocht dominee Friedrich Von Bodelschwingh een stuk arme veengrond onder het motto ‘Land dat niemand hebben wil, voor mensen die niemand hebben wil.’ Een bont gezelschap wezen, zwakken, armen, epileptici en geestelijken cultiveerde de veengronden tot landbouwgronden. De eerste barakken werden stenen huizen en vormden het dorpje Freistatt dat zich ontplooide onder de hoede van de diakonie Bethel. Met arbeid en gebed werden de inwoners opgevoed tot rechtschapen burgers. Inmiddels waait er een andere wind. De secularisering heeft ertoe geleid dat het diakonisch werk op de achtergrond is geraakt. De dominees zijn opgevolgd door de nieuwe generatie klantgericht denkende sociaal ondernemers. En ook de inwoners zijn veranderd.

Zwerven als levensstijl

Klaus Schneider: ‘We zoeken naar niches in de markt. Vroeger kwamen zwervers naar Freistatt, Swiebertjes, Wanderarmen, met zwerven als levensstijl, die nergens konden aarden. Nu zijn het de zwakkeren die door samenloop van omstandigheden hun woning kwijt zijn. Die werden ontslagen of die niet meer naar de dokter durven omdat ze bang zijn voor een wachtkamer.’ In Freistatt vinden ze een veilige haven en wordt medische en sociale hulp geboden. Het verblijf wordt hoofdzakelijk gefinancierd door de gemeente waar zij vandaan komen. De sociaal werkers sturen de rekening van de opvang te Freistatt naar de gemeente van herkomst. Meestal zijn dat de grotere steden.

‘Deze daklozen redden het niet tussen de sterkere stadse daklozen’, aldus Schneider. Kunnen ze ooit weer aan het gewone leven deelnemen? Schneider zucht: ‘Het moeilijke van dit werk is dat je denkt succes te behalen met iemand. Hij krijgt hulp en knapt op, lijkt alcoholvrij, maar wat dan? Zo vaak is er dan weer een terugval. Het zijn en blijven Einzelgänger.’

Rotterdamse havens

Zoals Hans Herbert, 50 jaar. Hij arriveerde met het invallen van de winter in Freistatt. Herbert maakte tanks schoon voor Shell in de Rotterdamse havens en was electricien in Hamburg. Zijn huwelijk liep stuk. Zijn vijftigste verjaardag vierde hij met 90 liter bier, ‘samen met mijn maten hoor’. In Zuid-Duitsland zag hij de poster ‘Vakantie van de straat’ en reisde 500 kilometer af naar het noorden, naar Freistatt. Bij aankomst werd de bon van zijn treinkaartje betaald en een week later kreeg hij een eigen appartement met keuken. Herbert vertelt zijn verhaal terwijl hij bier drinkt uit een half liter blikje, de mouwen van zijn lichtgrijze sweatshirt opgestroopt. Om de paar minuten staat hij op uit de luie stoel op zijn kamer en ijsbeert rond.

Op Herbert’s kamer zit ook dakloze Johann Schneider, op het puntje van een donkerbruin bankstel. Hij woont al een half jaar in Freistatt. ‘Je voelt je ….. gerehabiliteerd’, zegt Johann Schneider, 47 jaar. Hij dronk teveel, liet tijdens zijn werk in een wasserette dingen uit handen vallen. Na zijn ontslag dronk hij nog meer en verloor zijn woning. Met diep rood doorlopen ogen vertelt hij schijnbaar onbewogen zijn verhaal. Een voor een strekt hij zijn slanke nicotinebruine vingers en bekijkt ze. Is Freistatt voor hem een vakantieoord? Zo ziet hij het niet. ‘Een rehabilitatie’ herhaalt hij. En roemt de goede ontvangst en de vrijheid: ‘Dertig mark zakgeld en shampoo en een tandenborstel. En je kunt hier om zeven uur opstaan en om acht uur weer naar bed gaan.’

Vrijheid en verplichtingen

Geen verplichtingen. Van die vrijheid en relatieve luxe gruwt sociaal werker Reinhard Fröhlich. Fröhlich, volgend jaar met pensioen na dertig jaar sociaal werk: ‘Voor de jongere daklozen die hier aankomen en die ouderen zo zien is het niet goed. Je krijgt je geld en als je wat bij elkaar legt, kun je flink wat bier kopen. Je kunt voor je tv hangen. Maar je komt niet uit je situatie. We hebben hier nu een 23-jarige, die proberen we zo snel mogelijk weg en aan de slag te krijgen. ‘Weg van de straat’ vindt de sociaal werker dan ook een veel betere slogan dan ‘Vakantie van de straat.’

‘Fröhlich is nog van de oude stempel’, vindt manager Schneider van zijn collega. Bij hem draait het om regels en inperkingen en ‘wij weten wat goed voor de daklozen is’. Dat weten we niet en daarom is er geen arbeidsplicht, maar wel een aanbod van arbeid en scholing.’ De werkplaatsen van de BV Freistatt Pro bieden arbeidsplaatsen. De kwekerij is erg gewild. Ook de meubelwerkplaats loopt goed. Het inpakken van dozen is minder populair. Dakloze bewoner Johann Schneider is kritisch en hij doet na wat je in de inpakwerkplaats moet doen. Met chagrijnig gezicht en mechanische bewegingen pakt hij een virtuele doos in. ‘Arbeid voor de dommen’, vindt hij. Sociaalwerker Fröhlich vindt dat er een fout is gemaakt door het land in eigendom te bestempelen tot natuurgebied. Daardoor zijn vijftien arbeidsplaatsen verdwenen en daarmee ook het harde werk op het land en de romantiek van de bevochten venen. De voormalige arbeiderskolonie heeft nu inderdaad wel wat weg van een vakantieoord. Geen arbeidsdwang, 256 kamers voor zich spontaan aandiende gasten die zakgeld krijgen en klagen over het bier dat in de plaatselijke supermarkt veel duurder is dan in de stad.

Is dit succes?

Het afgelegen Freistatt kent een stijgende toeloop van daklozen. In hoteltermen een uitstekende bezettingsgraad. Is dat succes? Wat is succes in deze branche? Schneider: ‘Doel blijft dat de daklozen zodanig zijn opgepept dat ze weer verder gaan. Sommigen hebben kapotte voeten als ze hier aankomen. We verzorgen hun voeten. We nemen hun de organisatie uit handen. Want op straat leven vergt enorm veel organisatie. Je moet aan je onderdak komen, aan je eten, je drank, je moet uit handen blijven van nazi’s, je moet …… Hier moet niks en kunnen ze meer tijd aan zichzelf besteden.’ Tot en met hun pensioen.

‘Er wordt hier veel gestorven’, Schneider maakt een armgebaar richting het kerkhof. Gisteren nog een bewoner. Dan zijn er drie medewerkers en twee daklozen. Die zijn bang, ze denken, ik ben de volgende. Ze worden niet zo oud.’ Freistatt als eindstation: is dat niet een mislukking? Schneider vindt van niet. ‘Onze inzet is niet een woning zoeken, maar een levensoplossing vinden. Dat kan ook een plaats zijn hier in het bejaardenhuis.’

Tekst: Ellie Smolenaars

Beeld: Bethel-brochure

* Dit artikel is onder de titel ‘Daklozen zoeken geen huis’ verschenen in het magazine: HN (Hervormd Nederland), 13 april 2002, p.12-13. Met dank aan de redacteuren van toen van HN. En natuurlijk de mensen in Freistatt.

Freistatt biedt anno 2018 nog steeds hulp en onderdak.

En: na bijna een halvering van het aantal daklozen tussen 2002 en 2008 is het aantal dak- en woninglozen tussen 2008 en 2018 in Duitsland verdubbeld! (vluchtelingen niet meegerekend).

statistic_id36350_anzahl-der-wohnungslosen-in-deutschland-bis-2016-und-prognose-bis-2018
Statista 2017 Wohnungslosen in Deutschland