en de ontdekking van soul in de sociologie
Hieronder enkele delen uit mijn lezing gehouden d.d. 29.06.2016 te Vogelenzang, Centrum voor Sociale Leer, ter gelegenheid van het verschijnen van het boek van Erik S

engers ‘Roomsche socioloog of sociale bisschop. Joannes Aengenent als ideoloog en bestuurder van de katholieke sociale beweging 1873–1935.’ Ik was erg onder de indruk van de diversiteit in het publiek. Van leden van de vrouwenbeweging De Graal, leden van de The Catholic Worker Movement tot kardinaal Simonis, Nuntius Aldo Cavalli en mgr Hendriks. Dat het Centrum voor Sociale Leer deze rijkdom mag vieren en genieten! De lezingen verschijnen in een publicatie rond de herdenking en actualiteit van 125 jaar Rerum Novarum.
Anno 2016 tekent zich een nieuwe sociale kwestie af: vele wereldburgers zoeken naar levensverbetering. Bij het begrijpen van deze zoektocht kunnen we ons voordeel doen met het geestelijk erfgoed van sociale denkers uit begin twintigste eeuw, zoals Jan Aengenent en Clara Wichmann. Zij hielden zich bezig met de Sociale Questie van toen. Hun kracht voor de sociale kwestie van nu ligt in de toevoeging van meer ziel en helpt ons om te ontsnappen aan een smal mensbeeld. Sociale verzekeringen groeien op wereldschaal (…) Het zijn spannende tijden en ik zie grote urgentie in de boodschap die veel mede-wereldburgers ons meegeven door hun migratie-mobiliteit, hun wanderschaft, met het doel hun levensomstandigheden te verbeteren. Tegelijkertijd groeien op wereldschaal de oplossingen, groeien verzorgingsstaten en sociale verzekeringen (Grünewald, Seelkopf 2016). Deze wil om levensomstandigheden te verbeteren is vergelijkbaar met die tijd van Rerum Novarum, 125 jaar geleden, met de trek naar de stad en de slechte woon- en werkomstandigheden van arbeiders van meer dan een eeuw geleden, dat wat we toen de Sociale Questie noemden. Met de uitvinding ook van sociale voorzieningen en het streven naar sociale verzekering. Het is zinvol vergeten denkers uit die tijd dit millennium binnen te trekken, ons voordeel te doen met het geestelijk erfgoed van bisschop Jan Aengenent (1873–1935) en Clara Wichmann (1889-1922). Want zij waren zo enthousiast over sociale vooruitgang, zo geëngageerd als het ging om minder bedeelden, en bij hen lijken leven en werken samen te vallen. Met een omweg kom ik tot slot bij de sociologie uit. De omweg is een bewuste keuze, omdat, mede geïnspireerd op het christelijk-sociaal-anarchisme van Wichmann, de samenlevende individuen voorop moeten staan, de mensen, en niet het instituut wetenschap, een wetenschappelijke discipline, de kerk, of instituties in het algemeen. (..)
Woodbrookers en Wichmann
Op 16 september 1919 hield Clara Wichmann een lezing te Barchem, voor de Vereniging Woodbrookers in Holland. De Woodbrookers is een vereniging die in open sfeer gesprekken/debatten tussen verschillende gelovigen organiseert. De lezing is getiteld ‘Gemeenschap en Enkeling’.
‘Enkeling’ is een erg mooi woord. Voor individu. Enkeling is, meer dan individu, het woord dat past bij een Giacometti-achtig beeld van de smalle mens. Individu is een ander woord, gaat over ontplooing, zelfontplooing; het individu moest ooit ontdekt worden uit die grijze delen van de geschiedenis waarin het werd onderdrukt door groepen, het moest losgeweekt, omdat het niet eens herkenbaar was en zeker niet erkend werd.
Clara Wichmann bekritiseert haar eigen tijd, waarin individu en samenleving worden gezien als twee vijandige machten die tegenover elkaar staan en in de aantekeningen van haar lezing staat geschreven: ‘dat men denkt uitsluitend in den vorm van of-of, en (en dit is erger) dat men voelt in een belangensfeer. Want werkelijk: als men de onmiddellijke uiterlijke “belangen” van een bepaalde groep of meerderheid stelt tegenover die van een enkeling, dan zijn die tegenstrijdig (…)’. Maar dat is volgens Wichmann een schijntegenstrijdigheid, het probleem, stelt ze, is veel gecompliceerder. Ze vervolgt: ‘De “Gemeenschap” bestaat niet. Dat, wat men in de spreektaal van allen dag den wil of het belang van “de gemeenschap” pleegt te noemen, is (…) de wil van een ‘heerschende klasse’ (oorlog; bestrijding van diefstal). En dan, betoogt Wichmann, wordt ‘heersende klassen’ vaak gelijkgesteld met leidende geesten en ‘menigte’ met proletariaat. (Meijer-Wichmann 1924: pp.75-6).
Elite, volk en vooruitgang
Haar beweringen doen sterk denken aan wat plaatsvindt in debatten waarin ‘elite’ tegenover ‘volk’ wordt gezet. Zichtbaar is dit in bijvoorbeeld de debatten rond het brexit-referendum en in Pegida-demonstraties inclusief de sociale media eromheen. De tegenstellingen worden voortdurend uitvergroot. Wichmann probeert tegenwicht te bieden, en schrijft dan iets wat naadloos aansluit bij de liberale woorden van Martha Nussbaum over morele vooruitgang. Wichmann zegt: Je moet ‘Niet den enkeling offeren aan het egoïsme van de gemeenschap, maar enkeling en gemeenschap doen “groeien” – ook de sociale ethiek optillen (cf. Internationale verhoudingen)’ (ibid. p.78).
Dat is dus de Morele Vooruitgang waar Martha Nussbaum op doelt. De enkeling groeit en daardoor de samenleving, en andersom. Terzijde, dit werpt ook licht op de kwestie dat mensen zeggen zelf gelukkig te zijn, maar niet gelukkig met de samenleving, het zgn. prosperous-but-uneasy-syndroom. Wichmann in haar lezing: De Enkeling moet zijn persoonlijk maar ook zijn sociaal geweten aanspreken. Geïnspireerd door de Franse denker Guyau, ook van invloed op haar ideeën op het gebied van strafrecht, benadrukt Wichmann dat de goede samenleving een verrijking is van het individu.
Marx’ Das Kapital deel III
Nog een laatste quote van Wichmann uit die lezing uit 1919, ook toepasbaar op de huidige 21ste eeuwse Sociale Kwestie: ‘(..) de volgroeide gemeenschap moet zijn een gemeenschap van vrije persoonlijkheden, niet van gehoorzame slaven, maar evenmin van rücksichtslos zich-uitlevenden.’ Je kunt dus als individu juist de samenleving beter maken door te weigeren op haar egoïstische eisen in te gaan. Zolang er nog groepen zijn met ‘onvolledig levensrecht’, leiden niet alleen de overheersten, maar ook de ‘heerschers’. (ibid. p.86-87).
Het is even lastig door die taal heen te bijten, ‘rücksichtslos zich uitlevenden’, zijn dat in onze tijd de hedonisten, narcisten, groepen hooligans, terroristen? En wat zijn precies ‘groepen met onvolledig levensrecht’?
(…) Wat betreft die nieuwe grote sociale kwestie. Uiteraard is er nog veel sociale vooruitgang mogelijk en veel werk aan de winkel. Ondanks Marx’ Das Kapital deel III. Pessimistisch hoeven we niet te worden, want steeds weer blijken mensen creatieve wezens die daar mee om kunnen en willen gaan. De groei op wereldschaal van verzorgingsstaten en sociaal beleid toont dit aan. (…)
Literatuur:
– Sengers, Erik. 2016. Roomsche socioloog of sociale bisschop. Joannes Aengenent als ideoloog en bestuurder van de katholieke sociale beweging 1873–1935. Hilversum: Uitgeverij Verloren.
– Grünewald, Aline, Laura Seelkopf. 2016. Auslaufmodell oder Erfolgsgeschichte? Soziale Sicherung in globaler Perspektive in: Zeitschrift für Sozialreform 2016. vol. 62 issue 2 p.111-140.
– Kaufmann, Franz-Xaver im Gespräch mit Stephan Lessenich 2015. ‘Die Moderne ist das fortgesetzte Stolpern von Krise zu Krise’. Zeitschrift für Sozialreform 61. Heft 2 S.129-146.
– Meijer-Wichmann, Clara. 1924. Bevrijding – opstellen. Arnhem: Van Loghum Slaterus & Visser.
– Smolenaars, Ellie. 2004. Passie voor Vrijheid. Clara Wichmann (1885-1922). Amsterdam: Aksant.