Hoe komt een onderzoek tot stand? Welke keuzes zijn gemaakt die de uitkomsten beïnvloeden? Hier plaats ik een aantal notities rond onderzoeken, om na te slaan als je het betreffende onderzoek leest, of een idee te krijgen van het soort onderzoek dat is verricht.

‘Armoede Live’ (2007-2008) Intensief onderzoek onder mensen die langere tijd op het bestaansminimum leven

Aanleiding / waarom juist dit onderzoek Wat in de publieke en wetenschappelijke kennis over armoede vaak ontbreekt zijn de stemmen van de mensen zelf. De publicatie Minima 2000 (1987, Utrecht: Commissie Oriënteringsdagen) vormde daarin een van de weinige uitzonderingen. Om stemmen niet verloren te laten gaan, moeten steeds opnieuw die stemmen en gezichten vastgelegd worden.

Uitgangspunt /de data-ingrediënten Tien respondenten zijn gevraagd mee te doen aan het project Armoede Live. We vonden hen bereid mee te doen via het netwerk van de armoedebeweging in Nederland, betrokken cliëntenorganisaties en via persoonlijke contacten. We zochten niet strikt representatief, maar vonden het wel belangrijk dat vertegenwoordigd waren zowel: jongeren als ouderen; zowel mensen met als zonder kinderen; zowel mannen als vrouwen, zowel migranten als non-migranten-wortels, zowel gezonde als zieke mensen; zowel uitkeringsgerechtigden als niet-uitkeringsgerechtigden. Dat valt niet mee bij tien mensen, maar de intentie was er en spiegelt zich wel in de uiteindelijke groep weer. De mensen zijn drie keer geinterviewd in de tweede helft van 2007 en de eerste helft van 2008. De motivatie van de mensen om mee te doen ligt bij sommigen in het terugblikken op een periode waarin ze echt arm waren. Anderen zitten nog middenin de situatie van rondkomen van een beperkt inkomen. Vijf interviewers werkten mee aan het onderzoek.

Literatuuronderzoek over armoede met recente cijfers is gebruikt voor het schrijven van de teksten in het boek en het onderzoeken van armoede en vijf maatschappelijke trends: stijgende uitgaven; instalbielere inkomsten; losser samenleven; zelfontplooiing en zelfpresentatie; complexere organisatie van het dagelijks leven.

Lab Armoede Live small

Methode / interviewaanpak: Geïnspireerd op de methode die Gerhard Nijhof in 2000 beschreef in: Levensverhalen. Over de methode van autobiografisch onderzoek in de sociologie (Amsterdam:Boom). Het eerste interview werd zo zuinig mogelijk afgenomen, nauwelijks gestuurd door de interviewer. De respondent kon zelf accenten leggen. In het tweede interview is vervolgens ingezoomd op belangrijke momenten en aangehaakt bij de trendt zoals ontwikkeld voor Armoede Live! De interviews zijn steeds volledig uitgewerkt. Voor het derde interview zijn vooraf drie thema’s vastgesteld. Geïnterviewd is bij mensen thuis of in een café als de respondent dat liever wilde.

Bij de resultaten is belangrijk te weten dat  in de printpublicatie is gekozen voor interview-weergaves met een vaste lengte (1500 woorden). De interviews zijn voor publicatie voorgelegd aan de respondenten en zij konden eventuele onjuistheden verbeteren.

‘Armoede Live 10 jaar later’ (2017/2018)

Vervolg-onderzoek waarbij de eerder geinterviewde deelnemers opnieuw worden geïnterviewd. Centraal staat hun leven van de afgelopen 10 jaar en hun bestaanszekerheid.

Aanleiding: Geïnspireerd op documentaire series waarbij mensen met tussenpozen over langere tijd gevolgd worden (7-up, die Kinder von Gölzow, ….) leeft bij de onderzoeker/maker de wens letterlijk de stem van mensen te laten horen, de ervaringen te laten spreken. Kortom, de saus van de onderzoeker en van het redigeren met bescheidenheid te doseren.

Methode / interviewaanpak: Drie simpele vragen kwamen aan bod: 1. Hoe is het nu met je? 2. Wat maakt je gelukkig? En 3. Hoe kan het, op het terrein arbeid/inkomen, volgens jou/jullie beter geregeld worden? Er was ruim baan om af te wijken van de onderwerpen en eigen accenten te leggen. De interviews duurden 1 à 2 uur en zijn opgenomen en volledig uitgewerkt. Geïnterviewd is bij mensen thuis, op hun werk of in een café. Met alle 10 deelnemers hebben we opnieuw contact kunnen leggen; acht van hen doen mee met Armoede Live 10 jaar later. Het karakter van een webpublicatie maakt acht longreads en een essay mogelijk; respondenten die veel vertelden konden ook veel ruimte krijgen. Bij de weergave van het interview is gekozen voor levensechtheid, voor letterlijke citaten met een voorkeur voor spreektaal boven schrijftaal.

Bij de resultaten: Empowerment, de macht aan mensen laten, niet je eigen taalsaus gebruiken om dingen taalkundig of logisch glad te strijken, belangrijk was. De respondenten hebben toestemming gegeven voor publicatie en konden elementen wijzigen en/of aanvullen om hun verhaal zo te presenteren zoals ze het bedoelen en openbaar willen maken. Het karakter van een webpublicatie impliceert immers complete openbaarstelling. Er is voor gekozen juridisch advies in te winnen om onbedoelde gevolgen voor mensen te vermijden. Daardoor moesten enkele passages wijken die de respondenten zelf wel hadden goedgekeurd.

LAb Hoe Weet je Dat small

Sociaal detective in de sociale wetenschappen

Misschien nog dit: een kijkje in de keuken van onderzoek en journalistiek is belangrijk in de wereld van het fact-checken. Regel nummer één bij onderzoek is dat je je keuzes expliciteert en verantwoordt. Vaak levert dit doodsaaie en noodzakelijke teksten op achterin een rapport, of in een verantwoordingstekst in een lastig vindbaar colofon. Wetenschapsjournalisten passen graag chirurgie toe op verantwoordende zinnen. Toch is het vaak belangrijke kennis om onderzoek goed te kunnen beoordelen, interpreteren en gebruiken. Ik heb respect voor het vele hand- en ambachtswerk, het vele detective-werk, dat is gemoeid met onderzoek.

Voor de sociale wetenschappen geldt dat niets weerbarstiger en interessanter is dan de mens in zijn omgeving! Dus is ook het sociale onderzoekslaboratorium interessant. Onderzoekers (wetenschappers, beleidsonderzoekers, journalisten, burger/citizen-onderzoekers, studenten, scholieren) zijn mensen die steeds weer keuzes maken die de uitkomsten beïnvloeden: er is een aanleiding, een setting met een opdrachtgever, een keuze voor een methode, een manier van waarneming en interpretatie, en een keuze rond wat wel, en wat niet, op te nemen in de uiteindelijke publicatie. Sinds ik Science in Action (1988) van Bruno Latour las en Hoe weet je dat? (1982) van Carolien Bouw e.a., vind ik de verantwoordingen van onderzoek nooit meer saai, omdat je beseft dat elke onderzoeker een sociaal detective in actie is die de, of een, of meerdere werkelijkhe(i)d(en) probeert te ontdekken, of, beter gezegd: reconstrueren.