De sociale geneesmiddelen Empathian, Euphorosol en Altruisan worden voorgeschreven in deze boekrevisie**/bijsluiter van/bij Margaret Mead’s ‘People and Places‘, with a little help from Stanislaw Lem*

Wie verschillen wil vieren is bij Margaret Mead (1901-1978) aan het goede adres. De Amerikaanse antropologe viert culturele diversiteit. In dit populair geschreven boek, bedoeld voor een jong lezerspubliek, bespreekt ze zowel: eskimo’s; prairie-Indianen; de Asjanti in West-Afrika; de Balinezen als de Minoërs van Kreta. Niet alleen hun huizen, maar ook hun gebruiken, wapens, gelukssymbolen en nog veel meer. Het bijzondere is dat Mead zich blijft verwonderen over het anders zijn, zonder conflicten te verdoezelen. Als ze een conflict waarneemt, is dat iets logisch: natuurlijk zijn er gevechten tussen Cheyennes en kolonisten over land, buffels en geweren. Uiteraard slachten ze elkaar daarvoor af. Dat is de realiteit.

Deze injectie in de vorm van een verfrissend naïef optimisme werkt prettig op de geest. De dosis socio-pharmaceutica bevat Empathian, Euphorosol en Altruisan* en helpt ook ter heroriëntatie op de eigen identiteit, waarbij ik pas zeer onlangs de herkomst van het woord ‘oriëntering’ heb begrepen. ‘Oriënt’, oosten, waar de zon opkomt. Reizigers navigeren aan de hand van de plek waar de zon opkomt. Dus ook in het Avondland biedt de oriënt oriëntatie.

Verschillen zijn niet complex

Als je Verre volken van nabij bestudeert, dan blijkt eigen culturele identiteit eigenlijk iets heel simpels. Mensen reageren op hun omgeving. De problemen die zij aantreffen, proberen ze op te lossen. Daarbij ontstaan regels en zo komt cultuur tot stand. Cultuur, of beschaving, is dus een oplossing voor aangetroffen problemen. Eskimo’s bijvoorbeeld, zo schrijft Mead, moeten weten waar de trekrouten van de rendieren zich bevinden en op welke eilanden vogels komen broeden. Zij hebben boten en sleeën om de dieren te volgen. En tussen het einde van de zomer en begin van de winter is er een groot feest voor de godin Sedna, heerseres over de zeedieren waarvan de eskimo’s in de wintermaanden afhankelijk zijn.

MargaretMead
Het Spectrum/Prisma

Hoe verraderlijk simpel en aantrekkelijk leest dit alles. En dat is dan ook meteen de kracht van dit boek: vol en leeg tegelijk. Vol met interessante details, zo zijn er volken die iemand’s naam zozeer als privé-bezit beschouwen, dat niemand hem ooit hardop zal uitspreken. Of neem de antropologen die Amerikaanse piloten trainden om te overleven in de wildernis van Nieuw-Guinea: vuur maken met een horlogeglas, vissen met een snoer van kokosvezel en een schelp fungeert als haak.

Antropologe Margaret Mead

Zo vol aan kennis, zo leeg is dit boek aan complexiteit. In dit populair-wetenschappelijke boek vind je geen onoplosbare dilemma’s, geen onderzoeksprotocollen of bijlagen over de ethiek van de antropoloog. Bekend is dat Mead’s publicatie Coming of Age in Samoa zwaar is bekritiseerd. Haar informanten hadden de puberteitswerkelijkheid fout voorgespiegeld. Overdreef Mead naïef de verschillen?

Misschien werkt People and Places wel zo bevrijdend, omdat het boek romantisch roept: kijk eens wat een interessante verschillen tussen volkeren! Een soort oproep is het: Word Lid van de Vereniging tot Behoud van het Verschil tussen Mensen en Plaatsen. Het is een vereniging die de volgende drie socio-pharmaceutica aan haar leden zou verstrekken: Empathian, Euphorosol en Altruisan.

StanislawLem
Bookcover Der Futurologische Kongress. Schulz/Labowski. Illustration: Dieter Heidenreich

 

Empathian: wees museaal verwonderd over de ander

‘In heel veel opzichten heeft Minoïsch Kreta iets onbevangens – de brede open trappen en ingangen van het paleis, de onverdedigde kusten, de ongewapende acrobaten in de stiergevechten en de nauwelijks beschermde krijgers.’ Onverholen nieuwsgierig beschrijft de antropologe de mannen in korte rokjes en brede strakke gordels en leren laarzen, de vrouwen in hun wijde broeken en sandalen met hoge hakken.

Het is een museale blik, waarmee je geniet van andere handelswijzen en vreemde beelden. Mead was ook onder meer verbonden aan het American Museum for Natural History in New York. Dit museale is wel een blik met een zekere distantie, een exotische blik. Zo schrijft Mead over Minoïsch Kreta: ‘De veroveraars moeten volkomen onverwacht het eiland hebben overvallen om te moorden, te plunderen en te brandschatten.’ Het zou ons moeilijk vallen de IS of Boko Haram relatief neutraal te beschrijven met: ‘De jonge mannen hadden baarden en moeten volkomen onverwacht de ontwikkelingswerkers hebben gegijzeld om ze te onthoofden of lynchen, te filmen en te publiceren op YouTube’.

Euphorosol: geloof in een eigen volk, met de nadruk op ‘een’

Nog tijdens de val van het IJzeren Gordijn in 1989 was de leus: Wir sind das Volk, wij zijn Het volk. Dat is niet iets dat Mead propageert. Het is eerder: ‘we zijn een volk’, want het bewustzijn van anders zijn, dat er andere culturen dan je eigen cultuur zijn, dat bewustzijn prevaleert: ‘primitieven in het verleden hebben geleerd zichzelf niet meer te beschouwen ‘als het volk’, maar als ‘een volk”, schrijft de antropologe. Dus de geschiedenis van de mensheid is de geschiedenis van verschillende volkeren?

Kun je je, met Margaret Mead, toch een universele mensheid voorstellen?

Interessant hier is recent werk van de historicus David Cannadine. In The Undivided Past (2013) pleit hij voor het schrijven van een geschiedenis van de verenigde mensheid, van shared humanity. Volgens Cannadine benadrukken we te veel verschillen en conflicten en beïnvloeden de Karl Marx-en en George Bush-en van deze wereld ons wereldbeeld negatief. Zij voeden ons met Brutalon, Frustrandol en Agressium*. De polarisatie tussen sociale klassen, naties, de seksen, rassen, religies en beschavingen is sterk overdreven. Historicus Cannadine pleit voor aandacht voor gemeenschappelijkheid, voor mensenrechten, voor het universele. Kun je je, met Margaret Mead, toch een universele mensheid voorstellen? Ondanks, of misschien juist dankzij, haar romantische aandacht voor verschillen?

Altruisan: Erken ridderlijk meerdere culturele kompassen

Bij Mead gaat het om verschillen zonder conflicten. Alle mensen bouwen huizen. Wat geweldig dat ze verschillend zijn, is de sfeer die Mead uitstraalt, en ze beschrijft de verschillende plattegronden van een Zwartvoet-Tipi, een iglo en een Balinese woning. Intussen worden in China elke dag delen van oude steden gesloopt om er standaardflats met standaardplattegronden voor terug te bouwen. Wat zou Margaret Mead schrijven?

De antropologe Mead schreef met rust en distantie over mensen en hun bouwsels, die zich meestal elders in de tijd of elders op de aardbol bevonden. Dat nu loopt op dit moment van de geschiedenis volledig door elkaar: door globalisering en digitalisering zijn culturen volledig en distantieloos aan elkaar blootgesteld. Dat leidt tot conflictrijke actie. En juist daarom hebben we die Meadiaanse dosis naïef optimisme hard nodig.

* naar de door Stanislaw Lem verzonnen psychopharmica in: Het futurologisch congres (1971/1982).

Literatuur:

Mead, Margaret 1965. Verre volken van nabij. Utrecht/Antwerpen: Prisma.

Original: People and Places, 1959.

Cannadine, David 2013. The undivided Past – History Beyond our Differences. Allen Lane.

** Verschenen in print in: Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken Winter 2014 nummer 4 pp.50-51. Met dank aan de redactie!

En honderden klassiekers zijn direct in print beschikbaar, ik mocht ooit tippen welke klassiekers ook nu nog interessant zijn, waaronder Mead’s klassieker, zie hier via Unieboekspectrum.nl

Ellie Smolenaars