Slow. Nadat ik in een snelle opwelling deze brief schreef, in een – theoretische poging – de Nederlandse pers te redden, las ik de Vlaamse socioloog Mark Elchardus. Elchardus associeert het politieke pleidooi voor traagheid (minder welvaart, minder snelheid) met het ‘reumatische geschuifel van geruite pantoffels in de achterkeuken’. (in zijn fraaie inleiding tot ‘De Symbolische samenleving’, p.8).

Slow is niet per definitie sullig. De inzet is kwaliteit, de kritiek is de doorgeschoten snelheid met de bijbehorende sociale en milieukosten. In de keukenpraktijk druk ook  ik de magnetron 22 (twee-twee) seconden in, omdat dat sneller lijkt dan 20 (twee-nul) seconden.

ENGLISH ABSTRACT This post (in Dutch) is about my proposal for a Slow Journalism Press Agency (the SJP). Slow is not stupid, it’s about quality and is a reaction to the current speed of communication. Fast communication does involve, often unknown, social and environmental costs. But I admit I use the 22 (two-two) seconds on the microwave too, because it’s faster than 20 (two-zero) seconds. (And take some time to read James Gleick on The Acceleration of just about everything).

19/03/2009 –

Geachte commissieleden Innovatie en toekomst Pers,

Graag stel ik u het SlowJournalism Persbureau (SJP) voor.

Op besluit de Nederlandse regering op advies van de Tijdelijke commissie Innovatie en toekomst Pers tot de oprichting van het SlowJournalism Persbureau (SJP). Sindsdien doet het SJP wat bleef liggen, maar waaraan een intense behoefte bestond: leverantie van grondig nieuws. Grondig nieuws is nieuws verkregen op basis van eigen, onafhankelijke nieuwsgaring en onderzoek.

Het Slow Journalism Persbureau werkte vanaf het prille begin aanbodgestuurd. Het maakte nauwelijks gebruik van persberichten, repliceerde bovendien nooit andere media en slaagde er daarmee in een kwaliteitsimago te ontwikkelen als originele, onafhankelijke bron van kennis in een complexe samenleving. Ondanks de geringe omvang van de kernorganisatie van onderzoeksjournalisten, sijpelden de diensten van het SJP snel en breed door in de samenleving. Dit door de kring van 1.000 SJP-correspondenten die eigenzinnig bloggend niet alleen nieuws op hun themagebied aan het SJP leverden, maar ook zelf publiceerden. De uitgebreide kerndossiers van het SJP die de correspondenten meteen ter beschikking kregen, waren vervolgens alleen op Print on Demand (PoD) beschikbaar. Het werden in kleine kring felbegeerde naslagwerken.

Het SJP valt het best te karakteriseren als een persbureau tussen journalistiek en wetenschap in. Die positie was door de ontwikkeling van het web vrij gekomen. Het web maakte de hoeveelheid snel beschikbare informatie enorm, maar veel journalisten werd niet de tijd gegund, of namen niet de moeite, de enorme variëteit aan bronnen te combineren en nieuwe syntheses te produceren. Wetenschappelijke artikelen kwamen meteen beschikbaar, statistieken kun je zelf samenstellen, mensen wisselen vaker van baan en kunnen veel over hun werkgevers vertellen. Maar wie leest die wetenschappelijke artikelen, wie duikt in die statistieken, wie interviewt die oud-werknemers? Gedegen onderzoeksjournalistiek werd  een schaars product, de politiek leefde op mediahypes, werd kortademig en vertrouwde alleen nog maar op haar eigen voorlichters. Ook de wetenschap neeg ertoe de journalistiek te laten voor wat zij was en begon zelf wetenschappers te scholen om te publiceren voor de populairdere markt.

Het SJP kon het vertrouwen van politiek en wetenschap echter herwinnen en werd door haar voortdurende fact-checking en internationale aanpak een gewaardeerde, en ook gevreesde, gesprekspartner. Zo maakte het SJP zelf opzienbarende Schlagzeilen, nadat zij werd ingehuurd door talkshows en fact-checks publiceerde in de dagen na live-uitzendingen op tv (a la de in 2008 in Duitsland hiermee populair geworden ARD-uitzending Hart aber Fair). Veelbekeken Youtube-filmpjes met nieuwsambities werden door het SJP  langs de meetlat gelegd.

Het SJP beantwoordde daarmee aan de intense behoefte aan onafhankelijke, pluriforme informatie. ‘Intens’ is overigens een sleutelwoord in SJP-kringen. Daar waar een overaanbod aan snelle informatie is, stijgt navenant de behoefte aan intense/intensieve communicatie. Zakelijk gezien is het daarbij van belang te accepteren dat hiervoor geen enorme groepen betalende afnemers zijn. Eerder zijn de afnemers zelf ook co-producent geworden. Ook zij willen graag hun kennisniveau opvoeren en delen. Dit wordt ook wel Lifelongdemocraticlearning (LLdL) genoemd.

Cruciaal is de investering in de onderzoekscapaciteit van het SJP. Daarom kon en kan het SJP niet anders dan voorgefinancierd werken. Overheid en bedrijfsleven toonden echter – intense – belangstelling. Het pluralisme en de gedegenheid van het SJP creëerden veel vertrouwen bij de burgers. Het SlowJournalism Persbureau (SJP) liet zelfcitatie – pers citeert pers – en de ironische grondtoon die resulteerde in respectloos gedrag jegens politici en bestuurders links liggen. Het bekritiseerde het ook niet – dan had het weer in de aandacht gestaan –  maar komt met louter eigen onderzoek, feiten en analyse. Slow, dat wel.

Hoogachtend, mede namens het team van het SJP,
Ellie Smolenaars.
Nog veel meer voorstellen zie de Voorstellen voor de Staten-Generaal der Nederlandse Pers / Gaat u de Nederlandse Pers redden? http://www.nvj.nl/docs/voorstellen-staten-generaal.pdf